Met Willem.. (3)

Vandaag het derde deel van het interview met Willem Ritstier dat Walter Dijkshoorn met hem had. Het interview is in een ingekorte versie al eerder gepubliceeerd in Stripnieuws.

‘Cartoons bedenk ik met een schrijfblok voor me op de tafel. Als ik een idee heb schets ik het globaal uit. Daarna tik ik het uit op de computer. Als ik zelf een strip uitwerk neem ik vaak niet de moeite om het uit te tikken. In sommige gevallen, zoals bijvoorbeeld bij Otto Spoof, heb ik alleen maar een globaal idee en vaak niet eens een eindgrap. Het is erg leuk om aan zo’n strip te werken, omdat je daardoor veel spontaner naar het einde toe kan werken.’

‘Doorgaans heb ik de hele dag ideeën, of ik nu werk of niet. helaas ben ik te laks of te lui om alles op te schrijven. Dat is heel jammer, want er zitten hele leuke ideeën bij.’

Op het moment werkt Ritstier samen met Minck Oosterveer aan een nieuw Rick Rolluik verhaal. ‘Rick Rolluik is ontstaan tijdens een autorit, ter hoogte van Willemstad, Zeeland. Het was de opvolger van Speedball Nation, waarvan twee verhalen in de Suske en Wiske zijn geplaatst. Op termijn worden ze overigens ook bij Bee Dee uitgegeven. Rick is een wat naïeve jongen die nog bij zijn vader boven de groentewinkel woont. Vooral de slapstick en de karakters zijn heel belangrijk. Het verhaal is meer de rode draad. Ik zie het als een soort hommage aan de Belgische strips uit de jaren vijftig en zestig.’

‘Voor Bee Dee staan er een aantal nieuwe projecten op stapel, zoals de heruitgave van Jack Pott in de originele vorm met nieuwe covers en de complete Soeperman-reeks plus iets extra’s. Zelf werk ik aan wenskaarten in alle vormen, de strip “Flip” en een serie cartoons onder de titel “Wie is Elonor”. Op de plank ligt ook nog het een en ander. Een kinderstrip in samenwerking met René Uilenboek bijvoorbeeld. Hiervoor moet nog een uitgever worden gezocht. Of een strip over Dordrecht die ik samen met Carry Brugman ga maken. Met Minck wil ik nog een nieuwe fantasy-strip creëren. En ik loop al jaren rond met een idee van een soort halfautobiografische strip over mijn vakanties in Frankrijk en Amerika. Dat is een plan dat al jaren leeft, maar ik hik nogal aan tegen de omvang van het project. Noem het faalangst. Ook ben ik nog op zoek naar een geschikte stijl en vorm. Het moet niet zomaar een stripboek worden. Daarmee bedoel ik dat de vorm niet alleen maar uit opeenvolgende plaatjes moet bestaan. Het moet meer op een rommelig en gezellig dagboek lijken… Ik hoop er ooit aan toe te komen…’

Ritstier werkt veel samen. Met Minck Oosterveer werkt hij al meer dan twintig jaar. ‘Begin jaren tachtig zocht Minck een scenarist en het leek mij wel leuk om een verhaal te schrijven. De samenwerking beviel. Eigenlijk bevalt het tot op de dag van vandaag. Ik hoop dat we samen nog hele mooie dingen gaan maken.’

De taakverdeling is vrij eenvoudig, legt Ritstier uit. ‘Brainstormen doen we nooit. Ik bedenk de plot en de dialogen. Die schrijf ik uit in pagina’s of stroken. Deze mail ik naar Minck, waarna hij ze, na eventuele correcties, uitwerkt. Er is zelden of nooit onenigheid. Eigenlijk nooit.’

‘In Minck waardeer ik zijn niet aflatende inzet en zijn respect voor de deadline. En vooral zijn grote talent. Minck blinkt uit in zijn constante kwaliteit ondanks de moeilijke discipline van de dagelijkse deadline van een krantenstrip.’